Author : Vilar Esther
Title : De gedresseerde man
Year : 1971
Link download : Vilar_Esther_-_De_gedresseerde_man.zip
Het geluk der slaven. Het citroengele M.G’tje raakt aan het slingeren, de jonge vrouw achter het stuur remt, brengt het wagentje nogal lukraak tot stilstand, stapt uit en ontdekt dat ze aan de linker voorkant een platte band heeft. Onmiddellijk treft ze haar maatregelen om de pech te verhelpen: ze staart de aanstormende auto’s tegemoet alsof ze op iemand wacht. Dit internationaal genormaliseerde teken van vrouwelijke hulpeloosheid (‘het zwakke geslacht als slachtoffer van de mannelijke techniek’) heeft al spoedig succes; er stopt een volkswagenbusje. De bestuurder is zonder meer op de hoogte van zijn taak en zegt troostend: ‘Dat is in een wip gebeurd.’ Vervolgens vraagt hij de vrouw of zij soms een krik bij zich heeft? Hij vraagt niet eens, of zij weet, hoe je een wiel verwisselt, hij weet bij voorbaat - ze is om en nabij de dertig, modieus gekleed en opgemaakt - dat daar geen sprake van is. De dame kan de krik nergens vinden dus haalt hij de zijne en brengt meteen de rest van het benodigde gereedschap mee. Na vijf minuten zit het reservewiel links-voor en ligt het gehavende wiel keurig op de daarvoor bestemde plaats in de kofferruimte. De handen van de onbekende man zitten onder het wagensmeer, maar wanneer de dame hem haar kanten zakdoekje aanbiedt, weigert hij pertinent dat te gebruiken; hij heeft immers voor zulke gevallen altijd een oude lap in de auto. De dame bedankt hem uitbundig en verontschuldigt zich voor haar ‘typisch vrouwelijke’ onhandigheid. Wanneer hij niet zo goed geweest zou zijn haar te helpen, zegt ze, dan had ze hier misschien wel gestaan tot in het donker van de vallende avond. Hij geeft geen antwoord maar houdt beleefd het portier voor haar open en geeft haar nog de raad mee, de band spoedig te laten repareren. Ze belooft dat ze die vanavond nog naar de garage toe zal brengen en start de auto. Ze rijdt weg. De man bergt zijn gereedschap weer op en betreurt dat hij zijn handen nergens wassen kan. Zijn schoenen zijn na dat geknutsel in de modderige berm ook niet meer zo schoon als zijn werk - hij is vertegenwoordiger - dat vereist. Als hij zijn volgende klant nog bereiken wil, zal hij zich moeten haasten. Terwijl hij de auto start, denkt hij: ‘Die wijven toch; de één nog stommer dan de ander!’ en onderweg vraagt hij zich serieus af wat ze wel gedaan zou hebben als hij niet was komen opdagen? Hij rijdt tegen zijn gewoonte in onvoorzichtig hard, om het oponthoud teniet te doen. Na enige tijd begint hij te neuriën. Op de een of andere manier voelt hij zich opeens gelukkig. ...
Palmer Michael - Hiroshima revidiert
Author : Palmer Michael Title : Hiroshima revidiert Die beweise für napalm und senfgas anstatt...